Moeder moet nog steeds kolven in het kopieerhok
Voortijdig stoppen met moedermelk door onbegrip collega`s.
Een werkende moeder die haar kind borstvoeding geeft, moet vaak kolven in een ongeschikte ruimte, zoals het kopieerhok. Eén op de vijf vrouwen stopt voortijdig met borstvoeding, onder druk van collega’s. Dat blijkt uit tussentijdse resultaten van een enquête door FNV Bondgenoten:
`Vaders, moeders, hun werk en de zorg`. De vakbond presenteert deze resultaten in de
Wereld Borstvoeding Week, van 28 september tot en met 4 oktober 2009.
Van de werkende moeders met een baby geeft 72 procent borstvoeding. Meer dan de helft kolft op het werk. Van hen geeft 41 procent aan dit op een goede plek te kunnen doen: rustig en af te sluiten. Maar 40 procent zegt te moeten kolven in een ongeschikte ruimte, zoals een kopieerhok, een archiefruimte of een vergaderzaal.
Niets verbeterd
Sinds 2006 is er niets verbeterd, want toen gaf ook 40 procent van de vrouwen aan te moeten kolven in een ongeschikte ruimte. FNV Bondgenoten vindt dat een vrouw ongestoord moet kunnen kolven, in een ruimte met een koelkast om de moedermelk in te bewaren en waar water aanwezig is.
Bijna 20 procent van de vrouwen stopt voortijdig met borstvoeden of kolven door de werkdruk en onbegrip van collega’s. Ook ontstaat nogal eens discussie over de werktijd die verloren gaat met het geven van borstvoeding of het kolven van moedermelk.
Voedingsrecht in Arbeidstijdenwet
In veel organisaties is het onvoldoende bekend dat de Arbeidstijdenwet een `voedingsrecht` kent. Vrouwen mogen maximaal 25 procent van hun werktijd hun kind voeden of kolven. Dit recht geldt gedurende de eerste 9 maanden van het kind, aldus de vakbond.
De vrouw mag ook naar het kind gaan om te voeden, maar van dat recht wordt nauwelijks gebruik gemaakt. De reistijd om naar het kind te gaan is daarvoor meestal te lang.