Om van en naar het werk te komen, moeten de meeste werknemers zelf geld bijleggen. Zo krijgt één op de vijf werknemers die met de auto naar het werk komt, helemaal géén reiskostenvergoeding van hun baas. Nog eens 28% krijgt minder dan de fiscaal onbelaste norm van 23 cent per kilometer. Minder dan de helft (45%) ontvangt precies die 23 cent.
Bijna tweederde van de werkenden gebruikt de auto voor won-werkverkeer. Ruim een kwart gaat met de fiets naar het werk. Ruim tien procent is aangewezen op het OV. Dat zijn resultaten van een recent onderzoek van vakbond CNV onder ruim 1.500 werkenden.
CNV-voorzitter Piet Fortuin vindt het onacceptabel dat zoveel mensen moeten bijbetalen om te kunnen werken. Hij roept werkgevers op tot kostendekkende afspraken in cao’s, zeker nu autorijden steeds duurder wordt. Hij wijst erop dat de auto geen luxe is voor mensen buiten de Randstad, maar ‘noodzakelijk om hun werk te kunnen doen.’
Verdere kostenstijging dreigt in 2026
De financiële druk op werkenden zal alleen maar toenemen. Per 1 januari 2026 vervalt de tijdelijke accijnskorting op benzine en diesel. Daarmee stijgt de brandstofprijs opnieuw fors, met naar verwachting 50 tot 100 euro extra aan maandelijkse kosten voor forenzen.
Vakbond CNV pleit daarom voor verlenging van de accijnskorting door het Rijk. Want het wordt lastig om deze stijging aan de cao-tafel te compenseren.
23 cent per kilometer schiet tekort
Uit het onderzoek blijkt dat 6 op de 10 werkenden aangeven dat de huidige vergoeding ontoereikend is. Niet alleen de brandstofprijs, maar ook onderhoud, afschrijving en aanschaf van auto’s zijn flink duurder geworden.
Toch blijft de belastingvrije vergoeding sinds 2024 op 23 cent per kilometer steken. Vooral werknemers in sectoren met onregelmatige werktijden of weinig ov-opties – zoals zorg, onderwijs en schoonmaak – worden hierdoor geraakt.
Aandachtspunten voor HR
Door tijdig het gesprek aan te gaan over passende mobiliteitsvergoedingen kunnen werkgevers bijdragen aan goed werkgeverschap én het behoud van personeel.
Voor HR-professionals is het belangrijk om het mobiliteitsbeleid opnieuw onder de loep te nemen. Denk aan: |
|