Een steeds groter aandeel 18- tot 25-jarigen volgt een hbo- of wo-opleiding. De toename geldt vooral voor vrouwen en niet-westers allochtone jongeren.
In het schooljaar 2009/’10 volgde ruim 55 procent van de 1,4 miljoen 18- tot 25-jarigen een opleiding in het mbo, hbo of aan een universiteit. Vergeleken met vier jaar geleden is dit aandeel toegenomen. Toen nam ruim 50 procent deel aan deze opleidingen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS
Het aandeel jongeren dat hoger onderwijs volgt steeg in deze periode van ruim 29 procent naar 33 procent. Het aandeel jongeren dat een mbo-opleiding doet is weinig veranderd en ligt de laatste jaren rond de 22 procent.
Meer vrouwen dan mannen volgen hoger onderwijs
De deelname van vrouwen van 18 tot 25 jaar aan het hoger onderwijs is hoger dan van mannen (36 procent versus 31 procent in 2009/’10). Dit verschil is de afgelopen jaren bovendien licht toegenomen. Op het mbo is het beeld juist andersom, daar ligt het aandeel 18- tot 25-jarige mannen traditioneel hoger dan bij de vrouwen. Het verschil was gedurende de afgelopen vijf schooljaren nagenoeg constant.
Deelname hoger onderwijs niet-westers allochtone jongeren stijgt
Het aandeel niet-westers allochtone jongeren dat een opleiding in het hoger onderwijs volgt is weliswaar nog aan de lage kant, maar nam wel toe van 20 procent in 2005/’06 naar 26 procent in 2009/’10. Deze toename is zelfs relatief hoger dan bij hun autochtone en westers allochtone leeftijdsgenoten. Het mbo blijft met een deelname van ruim 29 procent nog wel de meest gevolgde onderwijssoort onder niet-westers allochtone jongeren.
|