Flexbranche krabbelt op, maar herstel pas in 2026

Na twee jaar van stevige krimp lijkt de bodem in de flexbranche bereikt. Het aantal uitzenduren stabiliseert in 2025, maar pas in 2026 wordt voorzichtig herstel verwacht. Onrust, oorlogen en economische risico’s zijn allemaal van invloed op de flexbranche. Maar ook de strengere handhaving van wet- en regelgeving zorgt voor beweging: meer zzp’ers stoppen en gaan in loondienst.

Dat blijkt uit een sectorrapport van ING. Voor HR-adviseurs is duidelijk dat de flexmarkt ingrijpend verandert door strengere regels, oplopende kosten en een blijvend krappe arbeidsmarkt.

De flexbranche uitzendbureaus, detacheerders, payrollers en arbeidsbemiddelaars) zag het aantal uitzenduren in 2023 en 2024 fors terugvallen. In 2025 komt daar een einde aan: de markt stabiliseert, al blijven bedrijven terughoudend om flexibele krachten in te zetten.

Zzp’ers verschuiven naar loondienst
De hervatte controle op schijnzelfstandigheid zorgt voor verschuivingen. In het tweede kwartaal van 2025 stopte ruim een derde meer zzp’ers dan een jaar eerder. Meer dan de helft van hen (54%) stroomde door naar een vast of flexibel dienstverband. Dat biedt uitzenders en detacheerders extra kansen om voormalige zzp’ers via contracten of bemiddeling te plaatsen.

Voor het eerst in twee jaar groeide het aantal uitzendbanen in het tweede kwartaal van 2025 met 10.000. Daarmee lijkt de trend van forse dalingen – 56.000 banen minder in 2023 en 39.000 in 2024 – doorbroken. ING verwacht dat het aantal banen in de tweede helft van dit jaar verder licht zal toenemen.

Personeelstekort knelt, hogere tarieven
Toch blijft structurele krapte de grootste uitdaging. Bijna de helft van de flexbedrijven ervaart in het derde kwartaal van 2025 personeelstekorten, zowel voor eigen medewerkers als voor uitzendkrachten. Daardoor stokt de instroom en is doorgroei lastig. Om dit te ondervangen, investeren uitzenders vaker in opleidingen en trainingen.

De tarieven in de flexbranche gingen in 2024 met ten minste 7,5% omhoog, vooral door hogere loonkosten en langere wervingstijden. In 2025 komt daar naar verwachting nog eens 5% bij. De loonkosten blijven stijgen door de aanhoudende krapte en de sterk gestegen cao-lonen.

Wetgeving maakt flexwerk duurder
Meerdere wetsvoorstellen zetten het verdienmodel onder druk. De Wet meer zekerheid flexwerkers verplicht werkgevers per 1 juli 2026 om uitzendkrachten dezelfde arbeidsvoorwaarden te bieden als vaste medewerkers, inclusief pensioen en transitievergoeding. Daarmee wordt flexwerk minder flexibel en duurder, en vooral bedoeld voor pieken en vervanging.

Daarnaast introduceert de Wet TTA een certificeringsplicht: alleen bureaus met een certificaat mogen arbeidskrachten uitlenen. Voorwaarde is onder meer een waarborgsom van €100.000 en naleving van loon- en belastingregels. Dit vergroot de regeldruk en kosten, al beperkt het ook de instroom van nieuwe spelers. De opvolger van de Wet DBA, de Wet VBAR, zal de beoordeling van arbeidsrelaties verder aanscherpen, al is de ingangsdatum nog onbekend.

Strategische herpositionering nodig
Volgens ING staan flexbedrijven voor een noodzakelijke koerswijziging. Het klassieke model van enkel bemiddelen is niet toekomstbestendig. De focus verschuift naar bredere HR-dienstverlening: het begeleiden van arbeidsmobiliteit, investeren in opleidingen, omscholing van praktisch opgeleiden en het benutten van kansen bij oudere werknemers.

Flexbedrijven die zich ontwikkelen tot HR-partners en bedrijven helpen met strategische personeelsvraagstukken, vergroten hun waarde én versterken hun relatie met opdrachtgevers. Voor HR-adviseurs betekent dit dat de flexbranche in toenemende mate een partner kan worden in duurzame inzetbaarheid en arbeidsmobiliteit.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 477 exclusieve vakartikelen en 316 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?