Het Nederlandse bedrijfsleven is in 2023 tot wel 17 miljard euro meer kwijt aan loonkosten. De loongroei van 5,3 procent komt door de krapte op de arbeidsmarkt en de hoge inflatie. Hoewel bedrijven zich zorgen maken over de stijgende loonkosten, zien ze grotere problemen opdoemen door het tekort aan personeel met technische kennis en vaardigheden. Zij moeten investeren in nieuwe technieken en opleidingen voor het personeel, om de productie op peil te houden.

Dit blijkt uit berekeningen van ABN AMRO op basis van CBS-cijfers.

Stijgende lonen zorgen voor afkoeling van de economie
De gevolgen van de energiecrisis vallen over het algemeen mee. De meeste ondernemingen zijn er in het afgelopen jaar redelijk in geslaagd om de hogere kosten voor personeel, energie en grondstoffen door te berekenen aan klanten, maar dit kan in 2023 moeilijker worden.

Want bedrijven die hun kosten zien stijgen, vragen meer geld voor hun producten en diensten. Dat jaagt de inflatie verder aan. Tegelijk met de snel stijgende rente, zal de vraag daardoor geleidelijk afnemen. Daardoor koelt de economie op termijn af.

Personeelstekort vraagt om oplossingen
Bedrijven maken zich wel zorgen over de loonkosten, maar nog veel meer over het structurele tekort aan medewerkers met technische kennis en vaardigheden. De krapte op de arbeidsmarkt neemt dit jaar iets af, maar zodra de economie aantrekt, zal deze weer toenemen.

Met het oog op de vergrijzing moeten ondernemingen inzetten op meer automatisering en digitalisering. Zo kan worden geïnvesteerd in productielijnen die ook ‘s nachts en in het weekend kunnen doordraaien, waardoor de arbeidsproductiviteit aanzienlijk kan worden verhoogd.

Medewerkers opleiden om met nieuwe technologie te werken
Het gaat niet alleen om de nieuwste machines en apparaten; medewerkers moeten er ook mee kunnen werken. Dat vergt opleiding en tijd, al geldt dat niet voor alle nieuwe apparaten.

Zo zijn bijvoorbeeld cobots eenvoudig inzetbaar doordat ze ook te programmeren zijn zonder software te schrijven. Deze cobots kunnen eenvoudige handelingen imiteren, waardoor de inzet van personeel voor simpele werkzaamheden kan worden beperkt.

Industriële bedrijven gaan licht krimpen
ABN AMRO verwacht dat een aantal sectoren het moeilijk krijgt in 2023. Na twee jaar van snelle groei, staat de industriële productie nu onder druk. De hogere rente remt de vraag naar halffabricaten, zoals onderdelen van metaal of kunststof, en kapitaalgoederen, waaronder machines, apparaten en transportmiddelen.

Ook de lagere economische groei en de onzekere economische vooruitzichten zorgen voor een lagere instroom van nieuwe orders. Doordat veel ondernemingen nog openstaande orders hebben weg te werken, blijft de daling van de productie dit jaar naar verwachting beperkt tot 3 procent.

Metaal en chemische industrie krijgen het moeilijk
Bedrijven die veel energie gebruiken, zoals in de basismetaal- en de chemische industrie, krijgen het moeilijk door de hoge gasprijzen. In deze branches daalde de productie in 2022 al, maar door de hoge energieprijzen is het voor sommige ondernemingen lastig concurreren op de wereldmarkt.

Na de recente daling van de gasprijs, is deze nog steeds drie keer hoger dan twee jaar geleden. Voor 2023 voorziet ABN AMRO een verdere daling van 6 procent in de chemie en 5,5 procent in de basismetaalindustrie.

Einde aan renteverhoging, herstel in 2024
De centrale banken zijn naar verwachting bijna klaar met het verhogen van de rente. ABN AMRO verwacht dat vanaf december dit jaar de beleidsrente kan worden verlaagd, waardoor de vraag naar industriële producten kan aantrekken. In 2024 kan de industriële productie herstellen, met een groei van 4 procent.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen: