Met gezamenlijke benadering zijn werkgevers beter geholpen.

Als organisaties in de sociale zekerheid intensiever samenwerken, worden werkgevers beter geholpen. Bovendien profiteren de lokale en regionale arbeidsmarkten van de samenwerking. Dit concludeert de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) in het vandaag verschenen rapport Matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

Op steeds meer plaatsen ziet het rapport intensieve samenwerking tussen CWI, UWV en gemeenten (sociale diensten) van de grond komen. De instanties benaderen de werkgevers dan gezamenlijk. Dat levert een belangrijke bijdrage aan een effectieve arbeidsbemiddeling. Maar helaas komt die samenwerking nog niet overal goed uit de verf, constateert de inspectiedienst.

De IWI vindt dat CWI, UWV en gemeenten op veel plaatsen nog te veel bezig zijn met hun eigen belangen. Gevolg is dat werkgevers daar door de organisaties afzonderlijk worden benaderd, bijvoorbeeld met kandidaten voor vacatures.

Denken vanuit de werkgever
De IWI vindt dat de instanties hun werkwijze kunnen verbeteren door ‘te werken vanuit de behoefte van de werkgever’. Dat betekent één contactpersoon of aanspreekpunt voor alles wat te maken heeft met werk. Daarbij gaat het om vacaturevervulling, maar ook om zaken als opleidingen en administratieve afhandeling.

De effectiviteit kan ook verbeteren als CWI, UWV en sociale diensten hun kennis van werkgevers en werkzoekenden in hun regio vergroten en met elkaar delen.

Toonkamerprincipe
Dat geïntegreerde dienstverlening van CWI, UWV en gemeenten succesvol is, blijkt volgens de IWI onder meer in regio's waar gewerkt wordt volgens het 'toonkamerprincipe'. Hierbij maken de instanties samen gebruik van dezelfde persoonsgegevens.