Loopbaan- en vacaturesites zijn voor de helft van de beroepsbevolking het belangrijkste medium om een nieuwe baan te zoeken. Maar wat is het belang van social media, zoals LinkedIn en Facebook?

Deze vraag komt bovendrijven naar aanleiding van berichtgeving door uitgever VNU, over de uitkomsten van Het Nationaal Onderzoek Arbeidsmarkt (NOA), gepubliceerd in november 2010. Het NOA is opgezet door verschillende uitgevers en heeft opmerkelijke resultaten.

Nauwelijks gebruik Social Media?
VNU, de uitgever met gevestigde merken als Intermediair en de Nationalevacturebank.nl, stelt opgelucht dat `de ontwikkelingen op het gebied van social media nauwelijks effect hebben op het oriëntatiegedrag van werkzoekenden`.

Slechts 7 procent van de werkzoekenden oriënteert zich via social websites, zoals LinkedIn en Facebook. Het NOA rapporteert ook, dat 70 procent van de werkzoekenden nog steeds papieren media gebruikt voor het zoeken naar een baan. Dat is zelfs 1 procentpunt meer dan het gebruik van internet onder werkzoekenden.

Of toch wel?
Het onderzoek is opmerkelijk, omdat uit andere cijfers steeds het beeld naar voren komt dat internet en social media steeds belangrijker worden bij het werven van personeel. Volgens Marc Drees van www.recruitmentmatters.nl kloppen de cijfers niet en is `VNU nu dan ook officieel het spoor bijster`. Drees benadrukt dat social media juist een razendsnelle groei doormaken binnen het scala van wervingsmedia.

Ook het meest recente Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek 2010 (AGO) van Intelligence Group geeft een ander beeld. Daaruit blijkt dat de belangrijkste vacaturesites hun positie flink hebben verbeterd, maar dat zoekmachine Google met stip op de derde plaats komt.
Verder constateert Intelligence Group dat social media, zoals LinkedIn, in opkomst zijn bij baanzoekers. De groei van deze sociale websites gaat ten koste kleinere niche-vacaturesites.