Pensioenfondsen hebben weinig inzicht in de kosten die vermogensbeheerders in rekening brengen. Daardoor lopen de fondsen 1,5 tot 3 miljard euro mis, stelt de AFM. Maar de Pensioenfederatie is het daar niet mee eens.

Door beter op de kosten te letten, kunnen vooral kleinere en middelgrote pensioenfondsen hun vermogen aanzienlijk verhogen, rapporteert de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Want hoe minder kosten de pensioenfondsen maken, hoe hoger het vermogen van de fondsen, waardoor er meer overblijft voor de pensioenuitkeringen.

De Pensioenfederatie, een koepelorganisatie van Nederlandse pensioenfondsen, onderschrijft het belang van goed inzicht in de kosten, maar plaatst ook kanttekeningen bij de rapportage van de AFM.

Kosten vermogensbeheer in de hand houden
De pensioenfondsen zijn het eens met de AFM dat er nog winst te behalen is `bij het zicht krijgen op alle kosten die samenhangen met vermogensbeheer`. Maar volgens de Pensioenfederatie is de aandacht van de fondsen hiervoor in de afgelopen 2 jaar al sterk gegroeid, `wat tot uiting komt in een kritischer opstelling tegenover vermogensbeheerders`.

Over de overige uitvoeringskosten stelt de Pensioenfederatie, dat het ene pensioenfonds meer uitvoeringskosten heeft dan het andere. Dat kan in belangrijke mate worden verklaard uit het verschil in complexiteit van de pensioenregeling en uiteenlopende serviceniveaus. Fondsen maken zo elk hun afweging tussen kwaliteit en kosten. Daarnaast kan het een bewuste keuze van fondsen zijn om hogere kosten te accepteren, als prijs voor zelfstandigheid.

Belemmeringen en informatievoorziening
Kosten alleen, vindt de Pensioenfederatie geen dwingende reden voor schaalvergroting, zoals AFM wel suggereert. In de praktijk is schaalvergroting ook niet eenvoudig, door fiscale en mededingingstechnische belemmeringen die fusies in de weg kunnen staan.

De pensioenfondsen beloven wel meer duidelijkheid te gaan bieden aan deelnemersraden en verantwoordingsorganen over de kosten die de fondsen maken.