Wereldwijd zijn bedrijven naarstig op zoek naar hooggekwalificeerd personeel, zoals ingenieurs en managers. Maar Nederlandse bedrijven zijn vooral op zoek naar goedkope buitenlandse arbeiders.

Dat zijn resultaten van onderzoek naar arbeidsmigratie door HR-dienstverlener ManpowerGroup onder bijna 25.000 werkgevers in 39 verschillende landen en gebiedsdelen. In Nederland zijn 312 werkgevers geïnterviewd.

Een kwart van de werkgevers wereldwijd doet een beroep op buitenlandse werknemers vanwege de `talent mismatch` in eigen land. Vooral ingenieurs en vaklieden worden veel gevraagd en die functies worden ook vaak door buitenlanders vervuld. In Nederland is die situatie heel anders.

Zo zijn uit het buitenland afkomstige werknemers op managementniveau in Nederland schaars. Bijna tweederde (62%) van de ondervraagden meldt dat dit voor niemand in hun onderneming opgaat, bij 8% gaat het om één tot vijf personen, bij 11% om vijf tot twintig personen en bij 8% om meer dan twintig personen. 11% heeft geen idee.

Arbeiders uit Polen, nauwelijks uit Marokko
Veder geeft 22% van de bedrijven in Nederland aan met buitenlandse werknemers te werken. De meest genoemde functiecategorieën waarvoor in Nederland over de grenzen wordt geworven zijn: arbeiders en werktuigkundigen, beide 19%.

Gevraagd naar de landen waar de meeste buitenlandse werknemers in Nederland vandaan komen, antwoordden de werkgevers: Polen (26%), België (14%), Hongarije (12%) en Duitsland (10%). De percentages voor de landen waar eerder veel gastarbeiders vandaan kwamen liggen veel lager: Marokko (9%) en Turkije (6%).

Taal blijft een probleem
Van mogelijke belemmeringen voor buitenlandse werving worden in Nederland het meest de taalbarrière (22%) en de kosten (16%) gerapporteerd. Als landen die voor Nederland de grootste economische bedreiging vormen worden China (13%), Polen (9%) en Duitsland (7%) genoemd.