Bedrijven die tijdens de crisis medewerkers moesten ontslaan, willen voorlopig groeien met flexibel personeel. Ze verwachten dat maar 2 van de 10 nieuwe medewerkers in vaste dienst komt.

Dit blijkt uit de MKB Marktmonitor 2010, in opdracht van Unique en TNO.

Geen vast personeel
De meeste bedrijven hebben een `flexibele schil` van ongeveer 18 procent van het personeelsbestand. Maar door de verwachte invulling van de personeelsgroei met flexibele medewerkers, zal die flexibele schil groeien naar 21 procent. Ondernemers denken dat ze zo beter kunnen reageren op economische en technologische ontwikkelingen.

Tijdens de crisis zijn werkgevers terughoudend geweest met het ontslaan van vast personeel. Zij hebben hun flexibele schil gebruikt om het personeelsbestand te laten krimpen. Daardoor nemen ze nu ook niet massaal nieuw vast personeel aan.

De grootste behoefte om te flexibiliseren wordt gesignaleerd in de bouw- en in de transportsector, met ruim 85 procent. De industrie wil het minst uitbreiden met flexibele medewerkers, zij vullen naar verwachting 56 procent flexibel in.

Nog niet toe aan `nieuwe werken`
Het werken met een flexibel schil, betekent overigens niet dat het werk ook flexibel is ingericht. Bij een meerderheid van de bedrijven zijn begin- en eindtijden wel flexibel af te spreken. Maar bij bijna tweederde van de bedrijven werken de medewerkers altijd op hun vaste werkplek.

Slechts bij zeven procent van de bedrijven kan één dag per week of meerdere dagen vanuit huis of andere werkplekken worden gewerkt.