Bij vier van de tien werkgevers werken medewerkers één dag of meer buiten de deur. Maar bij tweederde zijn er geen richtlijnen voor flexibel werken. Daar ligt een taak voor de HR-afdeling.

Slechts 15 procent van de medewerkers vindt dat er duidelijke richtlijnen zijn over de voorwaarden waaronder zij flexibel mogen werken. Nog eens 18 procent zegt dat het beleid vooral gefocust is op de werknemer en niet op de verantwoordelijkheden van de werkgever. Dit blijkt uit online onderzoek van ISBW Opleiding en Training.
 
Aparte thuiswerkplek
Het is opvallend dat er maar weinig beleid is voor flexibel werken. 41 procent van de werkgevers geeft in hetzelfde onderzoek aan dat hun medewerkers één dag of meer buiten de deur werken. Ook blijkt dat 63 procent van de bedrijven flexibele werktijden hanteert.

Wanneer medewerkers thuiswerken hebben ze in 53 procent van de gevallen een aparte werkplek, maar voor 44 procent bestaat de werkplek uit niet meer dan de bank of de keukentafel. Slechts een enkeling beschikt thuis over een veilige en gezonde werkplek die is goedgekeurd door de werkgever.
 
HR verantwoordelijk voor beleid
Volgens Else Slegers, algemeen directeur bij ISBW, is beleid voor flexibel werken hard nodig. ‘Denk hierbij aan uitval van werknemers door een slechte houding tijdens het thuiswerken, maar ook aan het niet behalen van bepaalde doelstellingen door te veel vrijheid. Het is belangrijk om vast te leggen wie verantwoordelijk is voor wat, om pijnlijke situaties te voorkomen`.

Slegers vindt het een taak van de HR-manager om beleid voor flexibel werken op te zetten. ‘Flexibel werken is nog redelijk nieuw en er ligt een schone taak voor directies om hen op dit gebied verder te ontwikkelen, zodat zij die verantwoordelijkheid kunnen én durven nemen’.