Ouders die misbruik maken van de kinderopvangtoeslag, worden stevig aangepakt. De toeslag wordt voortaan berekend aan de hand van de minst werkende partner. Wie geen werk heeft, krijgt geen kinderopvangtoeslag meer.
De kosten voor kinderopslag stijgen maar door, terwijl het kabinet er juist geld op wil besparen. De minister van SZW wil dat er alleen nog toeslag wordt uitbetaald om de arbeidsparticipatie te bevorderen. Dat betekent dat er alleen recht ontstaat op kinderopvangtoeslag, als de ouder ook daadwerkelijk werkt.
Toeslag berekend op minst werkende partner
De kinderopvangtoeslag wordt vanaf 2012 gekoppeld aan het aantal uren dat de ouders of verzorgers van het kind werken. Uitgangspunt is het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner.
Bij dagopvang (van 0-4 jarigen) hebben de ouders of verzorgers recht op kinderopvangtoeslag voor maximaal 140 procent van het aantal gewerkte uren. Zo worden ook de reistijd en (middag)pauzetijd van de ouders of verzorgers gecompenseerd.
Voor de buitenschoolse opvang (van 4-12 jarigen) geldt dat ouders of verzorgers maximaal 70 procent van hun gewerkte uren kunnen declareren als opvanguren. Deze kinderen gaan naar school en hebben dus minder uren opvang nodig.
Kinderopvangcentra moeten voorlichting geven
Daarnaast moeten kinderopvangcentra verplicht ouders voorlichten over de voorwaarden voor kinderopvangtoeslag. `Het doel van de kinderopvangtoeslag is om de arbeidsdeelname te ondersteunen. Daarom is het onwenselijk dat er toeslag wordt verleend voor opvanguren die niet gerelateerd kunnen worden aan gewerkte uren van de ouders of verzorgers`, aldus minister Kamp.
De minister kondigt aan dat de controles op fraude worden aangescherpt en dat de boetes bij overtredingen kunnen oplopen tot 100 procent van het fraudebedrag. Ouders moeten voortaan tijdig een verlaging van het aantal opvanguren doorgeven. Als ze dat niet doen, krijgen ze een boete. Verder worden de mogelijkheden beperkt om kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht te ontvangen.
Niet meer elkaars gastouder
Ouders kunnen in de toekomst maximaal 230 uur per kind per maand declareren voor alle soorten opvang samen. Het is in de toekomst niet meer mogelijk voor mensen zonder werk om elkaars gastouder te worden en daarvoor dan ook kinderopvangtoeslag te krijgen.