In 2009 maakten 50 duizend meer huishoudens gebruik van kinderopvang. De toename komt uit de `formele opvang` in een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een gastouder.

De helft van de 1,4 miljoen huishoudens met een werkende ouder, maakt volgens het CBS nu gebruik van een vorm van kinderopvang. Vorig jaar maakten bijna 450 duizend huishoudens met een werkende ouder gebruik van formele opvang.

Toename formele opvang
De toename van het gebruik van formele opvang hangt samen met aanpassingen in de wet kinderopvang, zoals de invoering van de verplichte werkgeversbijdrage, de verhoging van de overheidsbijdrage voor midden- en hoge inkomens, en het aanbod van buitenschoolse opvang door basisscholen.

In bijna vier op de tien huishoudens met kinderen tot vier jaar is formele opvang door een kinderdagverblijf of een gastouder de belangrijkste vorm van kinderopvang. Daarmee is de formele opvang van jonge kinderen nu een stuk belangrijker dan onbetaalde kinderopvang. Bij huishoudens met een jongste kind in de basisschoolleeftijd wordt de opvang echter vooral gegeven door familie, vrienden of buren.

Familie, vrienden of buren bij deeltijdbaan
Ook bij paren die een voltijdbaan met een kleine deeltijdbaan van 12 tot 24 uur per week combineren, is vooral opvang door familie, vrienden of buren van belang. Voor 36 procent van deze ouderparen was dit de voornaamste vorm van kinderopvang.