Werken, zorgen en leren: het lukt lang niet iedereen

Het ideaal waarbij Nederlanders hun leven inrichten met werken, zorgen en leren is niet voor iedereen weggelegd. Zij voelen combinatiedruk om al die ballen in de lucht te houden. Sommige groepen ontvangen bovendien minder scholing en kunnen ook niet flexibel werken om de combinatie van werken, leren en scholing gemakkelijker te maken.

Dit is te lezen in de SCP-publicatie Aanbod van arbeid 2016 die op 30 augustus 2016 is gepubliceerd.  Belangrijke thema’s zijn de combinatie van arbeid en zorg, flexibilisering van de arbeidsmarkt en formele en informele scholing. Het SCP schijnt daarmee meer licht op de wens van de overheid om mensen langdurig inzetbaar te houden tot aan hun pensioen.

Het combineren van werken, zorgen en leren is niet voor iedereen makkelijk te bereiken. Vooral lager opgeleiden hebben minder toegang tot scholing en krijgen ook minder mogelijkheden om flexibel te werken.

Meer werken, meer zorgen, maar niet meer scholing
Het aandeel mensen met betaald werk steeg de afgelopen decennia sterk, al daalde het na 2010 weer iets door de economische crisis.

Tegelijkertijd steeg het aandeel werkenden die de zorg voor naasten op zich nemen (mantelzorg) van 12% in 2004 tot 18% in 2014. Opvallend is dat de scholing van werkenden niet toenam. In de periode 2004-2014 lag het aandeel werkenden dat een cursus of scholing volgt steeds rond de 40%.

Meer combinatiedruk, ondanks thuiswerken
Een op de vijf werkenden met een zorgtaak (kindzorg of mantelzorg) ervaart combinatiedruk. Dat wil zeggen dat ze moeite hebben om hun werk te combineren met de zorg die ze aan kinderen of aan mensen in hun naaste omgeving geven. Vrouwelijke werknemers ervaren vaker (22%) combinatiedruk dan mannen (16%). Zelfstandigen ervaren ook meer combinatiedruk (24%) dan werknemers in loondienst (19%).

Eén op de vijf werknemers werkt minstens één dag per week thuis. Dit is een stijging van 5 procentpunten over de laatste 10 jaar. Het aantal uren dat thuis gewerkt wordt, is ook gestegen van 6,5 uur in 2004 tot ruim 8 uur in 2014. Thuiswerkers maken graag (over)werk af, of willen geconcentreerd en efficiënt werken. Het combineren van arbeid en zorg is veel minder vaak de reden om thuis te werken. Dit verklaart mogelijk ook waarom thuiswerk niet altijd tot minder combinatiedruk leidt.

Minder scholing en flexibiliteit voor kwetsbare groepen
Groepen met een zwakke arbeidsmarktpositie volgen de minste scholing. Het gaat dan om ouderen, laagopgeleiden, mensen met een flexibel arbeidscontract en mensen met een slechte gezondheid. Laagopgeleiden en mensen met een flexibele arbeidscontract hebben ook minder toegang tot flexibele werkvormen, zoals thuiswerken en flexibele werktijden.

Groepen die weinig formele scholing ontvangen (middels opleiding en cursussen) compenseren dit niet door meer informeel leren. Informeel leren is nieuwe kennis en ervaring opdoen op de werkplek door te doen en door te leren van collega’s of leidinggevenden. De mensen die een cursus volgen, zijn juist ook degenen die veel informeel leren. Groepen die weinig formele scholing ontvangen compenseren hun lagere deelname aan formele scholing dus niet door een hogere deelname aan informeel leren.

MIS NIKS MEER: Alle HR-tools en modellen bij elkaar

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?