Verzekeraars gaan beter voorlichten over beleggingspensioen
Werknemers die niet bij een pensioenfonds sparen, maar een beschikbaar premiepensioen opbouwen bij een verzekeraar, lopen flinke risico’s op een lager pensioen. De verzekeringsbranche gaat daarover beter voorlichten en overleggen met de sociale partners.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wijst in doorrekening van
beschikbare premieovereenkomsten (bpr) met beleggingsmogelijkheid (beleggingspensioenen) op de risico’s die werknemers met een dergelijk pensioen lopen. Als ze geluk hebben, krijgen ze een hoog pensioen, maar er zijn ook beleggingsrisico`s waardoor het pensioen veel lager kan uitvallen. Die risico`s zijn af te dekken, maar dat is duur en gaat dan weer ten koste van het rendement.
Minder zeker dan gedacht
Door de bankencrisis, en omdat mensen steeds ouder worden, zijn de pensioenen in Nederland minder zeker dan lang werd aangenomen. De verzekeraars berekenen bovendien veel meer kosten dan een pensioenfonds, waardoor er minder geld overblijft om mee te beleggen en dus het pensioen op te bouwen. Daarom gaan alle pensioenuitvoerders beter over regelingen en risico's communiceren.
De verzekeringssector gaat dit jaar voor het eerst alle pensioendeelnemers met een bpr-pensioen een volledig kosten- en premieoverzicht verstrekken. Daarnaast is begin dit jaar in overleg met de sociale partners in de Stichting van de Arbeid en de ombudsman een toetsnorm vastgesteld die de kosten in bestaande bpr-contracten met beleggingsmogelijkheid maximeert. De AFM heeft berekend dat daardoor een substantieel hoger pensioenkapitaal kan ontstaan.
Overleg met sociale partners
Tenslotte wijst de AFM op de belangrijke rol van sociale partners bij de keuzes die gemaakt worden in de pensioensfeer. Daarom gaan de verzekeraars met de Stichting van de Arbeid overleggen over de relatie tussen de beschikbaar gestelde premie en de pensioenopbouw, verbeterde voorlichting over rendement en risico's aan de deelnemers en de relatie tussen maatwerk en uitvoeringskosten.