Nederlander wil langer reizen voor een baan

In 2011 is de bereidheid om te reizen en verhuizen voor een baan toegenomen. Maar uit de huizenmarkt blijkt deze verhuisbereidheid nog niet, blijkt uit een analyse van Intelligence Group.

In de afgelopen jaren was de Nederlander steeds minder bereid om te verhuizen voor een baan. In 2005 was nog 49 procent van de (potentiële) Nederlandse beroepsbevolking bereid om te verhuizen. In 2010 was dit aanzienlijk gedaald tot nog maar 34 procent.

Het afgelopen jaar gaf echter een opmerkelijke verandering te zien: in 2011 was 50 procent bereid te verhuizen voor een baan. Hoogopgeleiden zijn procentueel gezien vaker bereid te verhuizen dan laagopgeleiden en werklozen. Maar alle groepen laten, in relatieve zin, een evenredige toename in verhuisbereidheid zien.

Niet méér verhuizen
Ondanks de toename in verhuisbereidheid zijn er niet meer huizen verkocht, blijkt uit CBS-gegevens van de huizenmarkt. In 2011 is het aantal verkochte woningen juist weer gedaald met 4,3% ten opzichte van 2010.

De stagnatie op de woningmarkt, grote hypotheekschulden en onzekerheid over de hypotheekrenteaftrek heeft de woningmarkt op slot gezet. Daardoor zijn werknemers minder snel geneigd om te verhuizen voor een nieuwe baan.

Wel langer reizen
Over de periode 2005-2010 was de Nederlander bereid gemiddeld 40 minuten te reizen voor een baan (enkele reis). In 2011 kwam daar 5 minuten bij. Deze toename kan samenhangen met de huidige situatie op de huizenmarkt: wie niet kan verhuizen, zal automatisch meer moeten reizen.

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?