Laagbetaalde werknemer kan sparen voor vroegpensioen
Oudere werknemers met een laag inkomen en een lang arbeidsverleden, kunnen vanaf 2013 en 2020 ruim 17 duizend euro sparen. Hiermee kunnen zij vanaf 2025 op hun 65e verjaardag stoppen met werken, tegen een inkomensverlies van 3 procent.
Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid introduceert hiervoor vanaf 2020 voor oudere werknemers (58-64) een aanvullende werkbonus, die bovenop de reguliere werkbonus komt die vanaf 2013 ingaat.
De regeling komt tegemoet aan de wens van de Tweede kamer om het eenvoudiger te maken voor mensen in zware beroepen om eerder te stoppen met werken, wanneer de pensioenleeftijd omhoog gaat in 2020 en 2025. Omdat mensen in zware beroepen vaak ook minder verdienen, richt Kamp zich op compensatie van inkomensverlies van mensen met lage inkomens die eerder willen stoppen met werken.
Maatregelen voor oudere werknemers
Kamp heeft eerder verschillende maatregelen aangekondigd om oudere werknemers langer aan het werk te houden en mensen die niet langer door kunnen werken in inkomensverlies tegemoet te komen:
• Een ‘reguliere’ werkbonus van maximaal 8.400 euro voor alle werknemers tussen 61 en 64 jaar (vanaf 2013).
• Een aanvullende werkbonus van in totaal 1.200 euro voor oudere werknemers tussen 61 en 64 jaar met een laag inkomen (vanaf 2020).
Bonus werknemers met laag inkomen
Naast de genoemde maatregelen komt Kamp nu met de invulling van de toezegging om voor mensen met een laag inkomen en lang arbeidsverleden de inkomensachteruitgang bij het stoppen met werken op hun 65e te verzachten. Zo wordt het bedrag van de aanvullende werkbonus opgehoogd naar maximaal 8.450 euro en wordt de ingangsdatum vervroegd naar 58 jaar.
Deze bonus geldt voor werknemers met een inkomen rond het minimumloon, en loopt af naar mate mensen meer verdienen en stopt bij een inkomen van circa 150% van het minimumloon. Tot deze groep behoren veel mensen met een lang arbeidsverleden in een laagbetaalde baan. De kosten van de aanvullende werkbonus worden geraamd op circa 125 miljoen euro. De dekking komt uit de regelingen van het Vitaliteitspakket.