Bij 18 kleinere pensioenfondsen verloopt het herstel zo slecht, dat zij mogelijk de pensioenuitkeringen moeten korten om hun financiële positie te verbeteren.

Door het ineenstorten van de financiele markten, en de historisch lage rente, zijn 340 van de 600 pensioenfondsen onder de wettelijke dekkingsgraad van 105% terecht gekomen.

De fondsen moesten daarom in 2008 reddingsplannen opstellen met maatregelen om er binnen 5 jaar weer bovenop te komen. Minister Donner heeft toen ook bij ministeriële regeling vastgelegd dat geen enkel pensioenfonds voortijdig hoefde `af te stempelen`, zodat de fondsen even lucht hadden.

Onvoldoende herstel
Onlangs is de maatregel met de pensioensector tussentijds geëvalueerd. Daarbij bleek dat 18 fondsen er financieel nog steeds bijzonder beroerd aan toe waren. De Nederlansche Bank, de toezichthouder op de pensioensector, oordeelde dat het merendeel van deze 18 fondsen op 30 juni 2010 nog `onvoldoende herstel heeft laten zien`.

Pensioenen korten?
Omdat echt herstel is uitgebleven, moest minister Donner ingrijpen. Deze fondsen krijgen geen uitstel meer en moeten voor het eind van het jaar harde maatregelen nemen om hun dekkingsgraad structureel te verbeteren. Of dat echt betekent dat de fondsen in de pensioenen moeten snoeien, wordt duidelijk na overleg met de toezichthouder.
Voor de overige fondsen met een herstelplan verandert er in de praktijk niets.