OR en P&O oneens over pensioenwijziging
Personeelsfunctionarissen en ondernemingsraden zijn het niet eens over de koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting.
Dat blijkt uit een onderzoek van advieskantoor
Montae Pensioen en onderzoeksbureau
GfK Panelservices onder 800 leden van ondernemingsraden en medewerkers van P&O-afdelingen.
Het onderzoek werd gehouden naar aanleiding van het Pensioenakkoord dat werkgevers en vakbonden eerder dit jaar sloten. Ondanks de tegenstellingen zijn OR leden en P&O-ers het wel eens dat een nieuw kabinet het Pensioenakkoord moet respecteren.
Pensioen en beleggingsresultaten
In het Pensioenakkoord staat onder meer dat de hoogte van het pensioen meer afhankelijk kan worden van de behaalde beleggingsrendementen. P&O-ers en OR-leden verschillen daarover sterk van mening. Maar liefst 73 procent van de OR-leden vindt dit niet wenselijk, terwijl een meerderheid van de HRM-ers (55 procent) dit juist wel wenselijk acht.
Ook over de problematiek van de zware beroepen lopen de meningen uiteen. In het Pensioenakkoord staat dat er geen bijzondere regeling voor zware beroepen moet komen omdat die onuitvoerbaar is. Van de personeelsfunctionarissen is 70 procent het daarmee eens, terwijl bij de OR-leden 60 procent het er niet mee eens is.
AOW-leeftijd omhoog
In het Pensioenakkoord staat verder dat de AOW-leeftijd gekoppeld moet worden aan de levensverwachting en dus omhoog moet naar 66 jaar. Een meerderheid van de ondervraagde OR-leden (55 procent) blijkt hier tegen te zijn. Bij de P&O-ers is maar 25 procent hierop tegen.
Verder geeft de helft van alle 800 ondervraagden aan dat zij gebruik willen maken van een eventuele vervroeging van de AOW-uitkering, ook als zij daardoor een korting van 6,5 procent per jaar op de uitkering krijgen.