Wie werkloos raakt, moet snel in actie komen om ander werk te zoeken. Want in de eerste zeven maanden van werkloosheid, is de kans om weer aan de slag te komen het grootst. Dat is meestal ruim voor het einde van de WW-uitkering.
Dat blijkt uit een analyse van gegevens uit het UWV Kennisverslag 2014.
Werkloze moet snel in actie komen
De analyse bevestigt dat werkzoekenden zo snel mogelijk actie moeten ondernemen om de kans op een nieuwe baan te vergroten.
De helft van de mensen met een WW-uitkering vindt een nieuwe baan voor de maximum uitkeringsduur is bereikt. Pas bij WW’ers vanaf 57 jaar neemt het percentage werkhervattingen vanuit de uitkering snel af. Ondanks de gemiddeld lange maximum uitkeringsduur van deze groep, slagen slechts drie op de tien 57-plussers erin om tijdens de uitkeringsperiode werk te vinden.
Opleiding is belangrijk voor baankans
Uit de analyse blijkt verder dat het opleidingsniveau van groot belang is bij de kans op een nieuwe baan. WW’ers met basisonderwijs hebben relatief lage kansen op werkhervatting. Over het algemeen geldt dat WW’ers zonder startkwalificatie minder kans hebben om uit te stromen naar werk.
De kans op het vinden van een nieuwe baan hangt samen met het verlies aan gewerkte uren waarvoor men een WW-uitkering krijgt: hoe groter het urenverlies, hoe groter de kans op een baan. Mensen die een parttime baan zoeken hebben vaker specifieke wensen over werktijden, die werkgevers moeilijker kunnen invullen.