Arbeidsmigrant zonder werk moet na 3 maanden het land uit
Arbeidsmigranten uit de EU die niet binnen drie maanden werk vinden, moeten ons land verlaten. Maar het kabinet pakt ook kwaadwillende werkgevers aan.
Het kabinet scherpt de regels aan om de instroom van migranten uit andere EU-landen naar Nederland in goede banen te leiden. De aanscherpingen gaan over betere registratie, tegengaan van uitbuiting, aanpak van malafide uitzendbureaus, betere huisvesting en terugkeer naar het eigen land als mensen niet werken.
Het kabinet heeft over de maatregelen overleg gevoerd met gemeenten, belangengroepen en woningcorporaties. Die krijgen te maken met een grote toename van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Er werken naar schatting 200.000 mensen uit deze landen in Nederland.
Beperkende migratieregels voor EU-burgers
Arbeidsmigranten mogen hier werken, maar het toenemend aantal migranten brengt ook problemen met zich mee: een toenemend beroep op sociale voorzieningen, uitbuiting en overbewoning.
De aanscherpingen van de regels zijn vooral gericht op arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa, maar hebben betrekking op alle EU-burgers. De belangrijkste maatregelen zijn:
• Iemand uit Europa die niet in zijn eigen onderhoud kan voorzien, mag niet in Nederland blijven. Hierop wordt strenger getoetst en de regelgeving wordt hier op aangescherpt. Bij arbeidsmigranten uit Europa die hier langer zijn dan drie maanden en geen (uitzicht op) werk hebben, zal het verblijfsrecht worden beëindigd.
• Het kabinet brengt wil dat het verblijfsrecht vervalt indien betrokkene langer dan een jaar, en korter dan vijf jaar, in Nederland heeft gewerkt en onvoldoende bestaansmiddelen heeft en dus ook geen recht heeft op bijstand.
• Veel arbeidsmigranten schrijven zich nu niet in bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) of de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), terwijl zij dat wel moeten. Het kabinet wil dat een gemeente al op de eerste dag dat iemand hier werkt over het verblijfsadres van betrokkene beschikt, zodat bijvoorbeeld de huisvesting beter gecontroleerd kan worden.
• Het kabinet gaat corporaties en gemeenten aansporen om afspraken te maken om in het huisvestingsaanbod meer rekening te houden met arbeidsmigranten.
• Het kabinet gaat samen met gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties, migrantenorganisaties en landen van herkomst de voorlichting verbeteren.
• Veelplegers uit andere EU-landen kunnen in Nederland ongewenst vreemdeling worden verklaard en vervolgens Nederland uitgezet worden. Ook als zij schuldig zijn aan ‘lichte’ vormen van criminaliteit, maar de veelpleger een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde en veiligheid.
Slechte werkgevers aanpakken
Het kabinet neemt ook andere maatregelen om bestaande problemen die te maken hebben met arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa aan te pakken. Zo worden kwaadwillende werkgevers en malafide uitzendbureaus aangepakt:
• Werkgevers die een te hoog percentage van het loon inhouden voor kosten voor, bijvoorbeeld huisvesting of vervoer, worden beboet.
• Het kabinet wijzigt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zodat niet-actieve vreemdelingen (uit Europa) die korter dan 3 maanden in Nederland zijn en werkzoekenden niet langer in aanmerking komen voor Wmo-voorzieningen.
• Vreemdelingen (uit Europa en daarbuiten) komen pas in aanmerking voor bijstand en maatschappelijke opvang als hun verblijfsrecht is vastgesteld door de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Op dit punt worden de Vreemdelingencirculaire, de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wmo aangescherpt.
• Aan de bijstandsuitkering wordt voor een ieder de voorwaarde gekoppeld dat wie de Nederlandse taal niet spreekt, zo snel mogelijk een cursus Nederlands moeten volgen en goed afronden. Niet voldoen aan die voorwaarde leidt tot verlagen of stoppen van de bijstanduitkering.
• Nederland en Polen pakken gezamenlijk malafide uitzendbureaus aan. In Nederland komt een registratieplicht voor uitzendbureaus, met boetes op niet-naleving. Het kabinet wil dat per 1 januari 2012 laten ingaan.
• De minister van BZK wijzigt de Woningwet zodat gemeenten beter op kunnen treden tegen overbewoning.