Akkoord over flexibel pensioen en AOW op 66 jaar
In 2020 gaat de AOW-leeftijd naar 66 jaar, maar wie op zijn 65e wil stoppen kan dat doen. De AOW wordt flexibeler, net als de aanvullende pensioenen van werknemers. Langer doorwerken om meer pensioenuitkering te krijgen is mogelijk. Dat akkoord hebben werkgevers en werknemers vandaag gesloten.
Dat werkgevers en werknemers nog voor de verkiezingen van 9 juni 2010 een akkoord hebben bereikt, mag historisch heten. De formatie van een nieuw kabinet zal veel eenvoudiger worden, nu dit sociale vraagstuk een oplossing kent met een breed maatschappelijk draagvlak.
Het akkoord toont ook aan dat werkgeversorganisaties
VNO-NCW, MKB Nederland en
LTO Nederland en werknemersorganisaties
FNV, CNV en
MHP weer als vanouds hun verantwoordelijkheid nemen voor de sociale polder die Nederland nog steeds is.
Meer keuzevrijheid
Veel politieke partijen willen de AOW-leeftijd verhogen naar 67 jaar. Werkgevers en werknemers denken dat zij nu een beter alternatief hebben. Het onderhandelaarsakkoord geeft volgens hen `mensen keuzevrijheid, maakt de AOW echt welvaartsvast en realiseert via de koppeling met de levensverwachting een toekomstbestendig pensioenstelsel`.
Demissionair premier Balkenende en demissionair minister Donner van Sociale Zaken hebben het akkoord vandaag met het nodige enthousiasme begroet.
Pensioen wordt flexibel
Doordat mensen langer leven, en beleggingsresultaten soms tegenvallen, dreigen pensioenen onbetaalbaar te worden. Werkgevers en vakbonden hebben dan ook afgesproken om de pensioenkosten te stabiliseren. Hiertoe moeten de pensioencontracten worden aangepast voor de effecten van de stijgende levensverwachting en schokbestendig worden gemaakt.
In plaats van een stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar, komt er meer keuzevrijheid voor werknemers. Volgens het akkoord gaat de AOW in 2020 naar 66 jaar en wordt flexibel. Dat betekent dat iedereen die eerder wil stoppen met werken er voor kan kiezen de AOW op 65 jaar te laten ingaan. De uitkering is dan wel 6,5 procent lager dan het normale pensioen.
Werknemers mogen ook langer door werken en zo een uitkering krijgen die 6,5 procent hoger ligt. De aanvullende pensioenen (waarvoor werknemers en werkgevers samen sparen bij het pensioenfonds) blijven flexibel in te zetten.
AOW uitkering omhoog
De AOW wordt in het akkoord gekoppeld aan de verdiende lonen en niet meer aan de cao-lonen. Nu is het nog zo dat de AOW ieder jaar naar verhouding iets minder waard wordt. In de kabinetsplannen zou dat zo blijven, maar door de koppeling met de werkelijk verdiende lonen wordt de AOW voor iedereen meer waard.
Dit is vooral gunstig voor mensen met lagere inkomens (waaronder veel zwaar werk). Werknemers met een aanvullend pensioen, die vroeg met werken begonnen zijn en een lager inkomen hebben, kunnen daarom desgewenst met 65 jaar stoppen tegen een fatsoenlijk inkomen. Hiermee wordt voorkomen dat mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt er hard op achteruit zouden gaan.
Jaar langer leven, half jaar langer werken
Omdat ook de aanvullende pensioenen gekoppeld worden aan de levensverwachting, blijft het pensioenstelsel toekomstbestendig. De opbouw van het pensioen met de rekenleeftijd van 66 jaar start in 2011 en de stijging van de levensverwachting wordt zo premieneutraal verwerkt. Dat betekent dat er keuze komt voor een lagere uitkering, óf langer doorwerken voor een hoger pensioen.
In dit systeem betekent een jaar langer leven, een half jaar langer werken. Volgens de FNV is dat een verbetering ten opzicht van het kabinetsvoorstel omdat dit een heel jaar langer doorwerken betekende voor een jaar langer leven.
Allemaal meebetalen
Om het akkoord uit te voeren, moeten vanaf 2012 de pensioencontracten zijn gemoderniseerd om de financiële ontwikkelingen op te kunnen vangen (`for better and for worse`). Uitgangspunt is daarbij dat de premies stabiel blijven. Ook moet de wetgeving daarvoor dan op orde zijn. Sociale partners willen daarover uiterlijk in januari 2011 sluitende afspraken maken met de overheid.
Verder is afgesproken dat wanneer pensioenfondsen dan nog onvoldoende op sterkte zijn, de rekening solidair wordt betaald door alle deelnemers: door werknemers en niet-werkenden, door jong en oud.
Geen zware beroepenregeling
Het is onmogelijk om goed vast te stellen wat een zwaar beroep is en wat niet. Met dit akkoord is een aparte zware beroepenregeling niet meer nodig.
Door keuzevrijheid en de opwaardering van de AOW kan iedereen, dus ook mensen met een zwaar beroep, er voor kiezen met desgewenst 65 jaar te stoppen met werken. De sociale partners kunnen in sectoren en bedrijven bovendien nog extra afspraken maken over mensen met een lang arbeidsverleden.
Arbeidsparticipatie oudere werknemers
Langer doorwerken dus, maar wat te doen wanneer je als oudere nu al niet aan het werk komt? Werkgevers en vakbonden zien ook dat daar een probleem zit. Ze gaan in het najaarsoverleg dan ook afspraken maken over de arbeidsparticipatie van ouderen.