Participatiewet vanaf 2027: nadruk op werk, taal en meedoen

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de wet Participatiewet in balans. Daarmee verandert de bijstand ingrijpend: de regels worden eenvoudiger en de nadruk komt sterker te liggen op werk, taal en participatie. Daardoor wordt het voor mensen met een uitkering eenvoudiger om (tijdelijk) aan het werk te gaan, zonder gevaar te lopen dat ze daarna weer in financiële problemen komen.

Voor HR-professionals en werkgevers is dit van belang, omdat meer mensen met een uitkering actief worden gestimuleerd om de stap naar werk te zetten.

Terugkeer naar werk centraal
De bijstand is geen eindstation, benadrukt staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie). Het doel is dat mensen zo snel mogelijk weer meedoen – bij voorkeur via werk. Om dat te bereiken bevat de nieuwe wet ruim twintig maatregelen.

Een belangrijk knelpunt was dat mensen met een uitkering huiverig waren om werk te accepteren. Want de regels zijn complex en de financiële risico’s soms ook groot. Veel mensen wisten niet of ze er daadwerkelijk op vooruitgingen en waren bang om toeslagen terug te moeten betalen. Ook is het lastig om na tijdelijk werk je uitkering weer terug te krijgen, waardoor mensen huiverig zijn om een betaalde baan te accepteren.

De nieuwe wet moet dat doorbreken:

  • Ruimere bijverdiengrenzen maken het mogelijk om (deels) te werken mét behoud van uitkering.
  • Gemeenten kunnen een bufferbudget inzetten, zodat mensen met wisselende inkomsten niet direct in de problemen komen.
  • Versoepeling van de giftenregels maakt het mogelijk om bijvoorbeeld boodschappen of andere kleine bijdragen te accepteren, zonder gevolgen voor de uitkering.
  • Gemeenten krijgen de bevoegdheid om bijstand met terugwerkende kracht te verlenen. Dit voorkomt dat mensen tijdelijk zonder inkomen zitten en daardoor schulden opbouwen.

Taal als sleutel naar werk
Een tweede pijler van de nieuwe wet is de taalverplichting. Wie in de bijstand zit, moet de Nederlandse taal leren of aantonen dat hij of zij dit al voldoende beheerst. Gemeenten krijgen vanaf 2027 extra middelen om taalonderwijs te organiseren. Wie geen inspanning levert, kan gekort worden op de uitkering.

Voor werkgevers betekent dit dat meer kandidaten de taal beter beheersen en dus sneller inzetbaar zijn. Dit kan de aansluiting op de arbeidsmarkt aanzienlijk verbeteren, zeker in sectoren waar communicatie essentieel is.

Gefaseerde invoering
Gemeenten krijgen tijd om de veranderingen door te voeren. Het jaar 2026 geldt als overgangsjaar. Vanaf 2027 moet het nieuwe systeem volledig werken. Daarmee is dit wetsvoorstel een eerste stap richting een bredere herziening van de Participatiewet, waarbij werk en meedoen structureel centraal komen te staan.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 477 exclusieve vakartikelen en 317 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?