Als het buiten en binnen erg warm is, komt vanzelf de vraag op wanneer het te heet wordt om te werken? De FNV heeft hiervoor richtlijnen ontwikkeld.

Bij zittend kantoorwerk treedt de alarmfase in als de temperatuur op de werkplek boven de 30 graden komt. Voor ander licht werk is dat 28 graden.
Bij zwaar en heel zwaar werk zijn extra maatregelen nodig als het kwik boven de 25 en 26 graden komt. Er moet dan een ventilator aan staan.

Extra maatregelen
Komt de temperatuur boven de genoemde maxima, dan moet alles gedaan worden om de belasting zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld:
· korter werken, vaker pauzeren in koele ruimtes
· zwaar werk uitstellen
· gelegenheid tot vaker douchen en omkleden, aangepaste kleding
· veel (sportdrank) drinken
· warmte producerende automaten zoveel mogelijk uitzetten
· zonwering toepassen
· platte daken nathouden ter koeling
· extra ventileren, airco installeren

Beschermen tegen de zon
Binnen is het meestal veel warmer dan buiten. Maar daar is het risico van huidkanker weer groter.

Werknemers die buiten werken moeten zich goed beschermen tegen de schadelijke effecten van de zon. Dat wil onder andere zeggen: niet in de zon werken tussen 12.00 en 15.00 uur, beschermende kleding, elke 2 uur insmeren met zonnebrandcrème.

Kledingvoorschriften zijn onderwerp van overleg tussen werkgevers en werknemers. Wettelijk is hierover niets geregeld.

Officiële beleidsregels
De FNV-richtlijnen zijn afgeleid van de officiële beleidsregels van de overheid, die meer algemeen van aard zijn.