Werkgevers klagen over de grote loonstijgingen in Nederland. En inderdaad, zijn de loonkosten tussen 2001 en 2011 met 36 procent gestegen. Maar daarmee loopt ons land netjes in de pas met het Europese gemiddelde, blijkt uit cijfers van het CBS.

De hoogte van de loonkosten is van belang voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. Daarbij valt op dat de lonen in de afgelopen tien jaar het minst stegen in het Duitse bedrijfsleven. Door loonmatiging bleef de loonkostenstijging daar per gewerkt uur beperkt tot 19 procent.

Hiermee neemt de grootste economie van Europa een uitzonderlijke positie in. Zo groeiden de loonkosten in Frankrijk met 39 procent en in Spanje met 47 procent. In het Verenigd Koninkrijk was de stijging (gemeten in Britse ponden) 42 procent.

Hoogste loonkosten in België
In België zijn de loonkosten het hoogst van alle landen van de Europese Unie. De loonkosten per gewerkt uur kwamen er in 2011 uit op 39,3 euro. Ook in Zweden, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Duitsland lagen de loonkosten in 2011 boven de 30 euro per uur.

Loonkosten per gewerkt uur in 2011

Nederland staat in deze ranglijst op de zesde plaats, met 31,1 euro per gewerkt uur. Dat is net boven Duitsland, waar de gemiddelde loonkosten 30,1 euro per gewerkt uur bedroegen.

Verschillen binnen EU afgenomen
Gemiddeld waren de loonkosten in de Europese Unie 23,1 euro per gewerkt uur. In Midden- en Oost-Europa zijn de lonen ronduit laag, en liggen onder de 10 euro per gewerkt uur. In Bulgarije was het zelfs 3,5 euro per gewerkt uur.

Deze landen hadden de laagste loonkosten, maar ook de grootste stijging tussen 2001 en 2011. Daardoor zijn de verschillen binnen de EU de laatste tien jaar toch kleiner geworden.