Bij alle oorzaken van ziekteverzuim, staat bewegingspijn op de eerste plaats. Om te bepalen hoe erg het is voor de werknemer, worden gestandaardiseerde testen gebruikt. Nu blijkt dat teveel voorzichtigheid tijdens zo’n test, grote invloed heeft op het tilvermogen van de medewerker.

Promovenda Sandra Jorna-Lakke onderzocht welke factoren de gestandaardiseerde tests beïnvloeden. Verrassend genoeg, blijkt de therapeut die de test afneemt, de grootste invloed te hebben. Jorna-Lakke promoveert met haar onderzoek op 5 februari tot doctor aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Uitval door pijn
Pijn aan het bewegingsapparaat staat op de eerste plaats van oorzaken voor arbeidsverzuim. De medewerker moet dan vaak deelnemen aan een standaardtest, om vast te stellen hoe hinderlijk de pijnklachten zijn voor het werk. Jorna-Lakke was benieuwd of de houding van de fysiotherapeut invloed heeft op de uitkomsten van deze test.

Voor haar onderzoek maakte ze twee groepen. De ene helft (124 gezonde proefpersonen) deed een tilcapaciteitstest met een testleider die meende dat rugpijn vermeden moet worden. De testleider focuste meer op pijn, vroeg vaker bevestiging en toonde twijfelend gedrag.
De andere helft (132 gezonde proefpersonen) deed de test met een testleider die niet hamerde op het vermijden van rugpijn.

Zeven kilo meer tillen
Het resultaat was opvallend. Mensen in beide groepen kregen geen blessures, maar de gemiddelde tilcapaciteit in de tweede groep was opvallend veel hoger (7.4 kg) dan in de ‘voorzichtige’ eerste groep.

Jorna-Lakke concludeert dan ook dat de testleider verrassend veel invloed uitoefent op de maximale tilcapaciteit van een proefpersoon. De verbale en nonverbale communicatie tussen patiënt en therapeut moet volgens haar verder onderzocht worden, omdat dit mogelijk óók de activiteiten op het werk beïnvloed bij mensen met klachten aan het bewegingsapparaat.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief