Nederlandse bouwvakkers zitten werkloos thuis, terwijl in de bouw goedkope Oost-Europese arbeiders werken via buitenlandse uitzendbureaus. Aan die situatie moet een einde komen door Europese afspraken over strengere controle en hogere boetes.

Dit heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Brussel afgesproken. Door deze afspraken kan de uitbuiting van werknemers effectiever bestreden worden en de concurrentie op arbeidsvoorwaarden worden voorkomen. Aanleiding voor de afspraken is de vrees dat steeds meer goedkope EU-werknemers worden ingehuurd, zeker wanneer Roemenen en Bulgaren vanaf 1 januari 2014 ook zonder tewerkstellingsvergunning in Nederland mogen werken.

Gelijk werk, gelijk loon
Opdrachtgevers in de bouw komen niet langer weg met onderbetaling van werknemers uit andere Europese landen. Zij moeten voortaan, net als de werkgever die werknemers in Nederland detacheert, ervoor zorgen dat werknemers hun rechtmatige loon ontvangen. Hierdoor kunnen bedrijven in andere Europese landen beter worden aangepakt en zich niet langer verschuilen achter de regels die in dat land gelden.

Europese landen worden verder verplicht informatie te verschaffen over de arbeidsvoorwaarden die in de sector of het bedrijf gelden. Volgens minister Asscher geldt: ‘gelijk werk, voor gelijk loon in het land waar je werkt. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn in Europa’.

Boete verhalen in buitenland
Tijdens de Raad is verder afgesproken de controlemogelijkheden op werkgevers te vergroten. Zo komt er een mogelijkheid om een ander Europees land te verzoeken inspectie te doen naar een bepaald bedrijf.

Ook zijn er afspraken gemaakt over het tegen gaan van postbusondernemingen en wordt er meer informatie gedeeld over de arbeidsvoorwaarden die binnen een bedrijf gelden. Buitenlandse detacherende bedrijven worden verplicht arbeidsvoorwaarden beschikbaar te maken en de sociale partners kunnen informatie opvragen bij andere lidstaten.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief