Bewijslast seksuele intimidatie verschuift naar werkgever

Rechter kan werkgever om bewijs vragen of voldoende aan preventie is gedaan

Een werknemer die klaagt over (seksuele) intimidatie op het werk, staat binnenkort sterker als de zaak voor de rechter komt. Want de rechter kan bij een klacht beslissen om de bewijslast te verschuiven naar de beschuldigde partij.

De klager moet de rechter daarvoor wel eerst met feiten overtuigen. Dat staat in het Wetsvoorstel om het verbod op intimidatie en seksuele intimidatie op te nemen in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek.

Als de bewijslast wordt verschoven, hoeft de werknemer niet meer te bewijzen dat de (seksuele) intimidatie heeft plaatsgevonden, maar is het aan de werkgever om te bewijzen dat dit niet het geval is.

Met de wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen neemt het kabinet een Europese richtlijn over op het terrein van discriminatie op grond van geslacht. Door deze antidiscriminatierichtlijn wordt iemand die een beroep doet op het discriminatieverbod beter beschermd. Minister De Geus van SZW streeft ernaar het wetsvoorstel zo snel mogelijk van kracht te laten worden.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 453 exclusieve vakartikelen en 282 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?