Nieuwe Werken komt eraan, maar is geen tovermiddel

Organisaties die investeren in Het Nieuwe Werken, realiseren forse besparingen op huisvesting, reis- en verblijfkosten en ICT. Bovendien verbetert het werkgeversimago en stijgt de betrokkenheid van medewerkers.

Dit concluderen Ruurd Baane, Patrick Houtkamp en Marcel Knotter, partners van Bright & Company HR Strategy, uit onderzoek bij ruim 20 organisaties die initiatieven hebben genomen op het gebied van Het Nieuwe Werken.

Geen tovermiddel
Baane, Houtkamp en Knotter onderzochten hoe bedrijven Het Nieuwe Werken in de praktijk invullen, wat de aanleidingen zijn om er mee aan de slag te gaan, hoe de ondernemingen dit hebben gerealiseerd, wat de geleerde lessen zijn en wat het concreet oplevert. De uitkomsten van het onderzoek, dat werd uitgevoerd in opdracht van Stichting Management Studies, staan in het onlangs verschenen boek "Het nieuwe werken ontrafeld; over Bricks, Bytes & Behavior".

De eindconclusie van de onderzoekers is dat Het nieuwe Werken geen tovermiddel is, maar dat 'niets doen' ook al lang geen serieus alternatief meer is. Want organisaties hebben te maken hebben met een nieuwe generatie medewerkers die andere voorkeuren heeft voor werk en werkomgeving. Een werkomgeving die bovendien snel van karakter verandert door de ongekende mogelijkheden die nieuwe 'sociale' toepassingen van ICT bieden en die dwingen om het werk daarop aan te passen.

Alternatieve organisatievorm
Het Nieuwe Werken is een alternatief voor de klassieke hiërarchische `command en control` organisatie. Het is een integraal werkconcept waarin medewerkers tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen werken, de ruimte hebben om resultaten op eigen wijze te behalen, vrij toegang hebben tot kennis en informatie en de mogelijkheid hebben om arbeidsvoorwaarden af te stemmen op persoonlijke voorkeuren.

Organisaties die investeren in Het Nieuwe Werken blijken hiervan de eerste vruchten te plukken. Zij realiseren enerzijds forse besparingen op huisvesting, reis- en verblijfkosten en ICT. Anderzijds verbetert het werkgeversimago en stijgt de betrokkenheid van medewerkers. Er is nog heel weinig bewijs voor de bewering dat Het Nieuwe Werken leidt tot verbeterde samenwerking, het effectiever benutten van kennis en het versterken van innovatiekracht.

Ingrijpend verandertraject
Het blijkt dat Het Nieuwe Werken nog maar beperkt uit de verf komt. Vanuit bedrijfsvoeringsoptiek zijn er drie hefbomen om Het Nieuwe Werken gestalte te geven: de 'Bricks' (huisvesting en facilities), de 'Bytes' (ICT) en 'Behavior' (Organisatie en HRM). De onderzochte organisaties ondernemen op al deze terreinen initiatieven, maar lang nog niet altijd integraal en op grote schaal. Hierdoor laten de organisaties nog kansen liggen, stellen de onderzoekers.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de overgang naar Het Nieuwe Werken een ingrijpend verandertraject is. Het vraagt een omslag in denken en doen van managers en medewerkers. Niet iedereen kan direct uit de voeten met de nieuwe vrijheid en een nieuwe manier van aansturing. Een duidelijke implementatiestrategie en goede begeleiding zijn daarom noodzakelijk.

Het Oude Werken blijft
Overigens blijkt dat het 'oude werken' nog lang niet heeft afgedaan. Onderdelen van het 'oude werken' zijn vaak nog zeer functioneel en moeten niet bij het grof vuil worden gezet. Het succes zit volgens de auteurs in een effectieve mengvorm, waarbij situationeel wordt afgewogen in welke mate Het Nieuwe Werken past bij specifieke taken.

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 452 exclusieve vakartikelen en 281 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?