Leren op het werk zorgt niet alleen voor grotere beroepsexpertise en flexibiliteit, maar helpt ook de negatieve effecten van werkdruk beter op te vangen. Leren maakt het effect van hulpbronnen op het werk sterker.

Dat blijkt uit een onderzoek onder leraren waarop Arnoud Evers op 1 juni 2012 aan de Open Universiteit tot doctor is gepromoveerd. Evers werkt als universitair docent bij LOOK, het Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek, van de Open Universiteit.

Hulpbronnen op het werk
Evers bestudeerde in zijn promotieonderzoek welke invloed werkdruk, emotionele belasting en hulpbronnen hebben op de professionele ontwikkeling van leraren. De belangrijkste hulpbronnen op het werk zijn:

• een gezond leerklimaat,
• sociale steun van collega’s en leidinggevenden
• en de leerwaarde van het beroep.

Als je leraren helpt met werkgerelateerde hulpbronnen, worden de werkdruk en emotionele belasting eerder als uitdaging dan als belasting ervaren. ‘Meer hulpbronnen betekent minder ervaren werkdruk’, zegt Evers, ‘maar de sleutel ligt in (informeel) leren op het werk. Daardoor krijgen hulpbronnen het effect dat nodig is.’

Leren zorgt voor flexibiliteit
Verbetering van de beroepsexpertise en flexibiliteit van leraren, kan voor bijna de helft worden toegerekend aan leeractiviteiten op het werk. Maar dan moeten er wel voldoende mogelijkheden zijn om te kunnen leren op het werk. En juist daar is volgens Evers nog veel winst te behalen.

Daarvoor ontwikkelde Evers een wetenschappelijk onderbouwd instrument waarmee scholen en leraren beter zicht kunnen krijgen op de eigen ontwikkeling. In het instrument komen zes leeractiviteiten aan de orde:

• bijblijven door te lezen (bijvoorbeeld vakliteratuur),
• bijblijven door werkgerelateerde training,
• experimenteren, reflecteren,
• samen met collega’s de lessen verbeteren,
• samen met collega’s de schoolontwikkeling verbeteren.

Scholen die het onderzoeksinstrument willen gebruiken kunnen contact opnemen met LOOK.