Door wijziging van verschillende arbeidswetten, zijn de uitvoeringsregels voor ontslag gewijzigd. Daardoor is de volgorde aangepast bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen.
De wijzigingen vloeien voort uit de Verzamelwet SZW 2016 en de daarop gebaseerde ontslagprocedure van het UWV. Maar de grootste wijzigingen komen doordat het nu eenvoudiger is om door te werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Zo is een nieuwe rangorde ontstaan tussen AOW’ers, oproepkrachten en tijdelijke werknemers.
Afspiegelingsbeginsel ontslag om bedrijfseconomische redenen
Als het niet goed gaat met een bedrijf, en er personeel moet afvloeien, moet de werkgever om toestemming voor het ontslag vragen bij het UWV. De werkgever mag niet kiezen wie hij ontslaat, maar moet de ontslagvolgorde bepalen volgens het afspiegelingsbeginsel.
Daarvoor worden werknemers in groepen met uitwisselbare functies ingedeeld voor wat betreft functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en competenties, niveau en beloning. Binnen die groepen, worden werknemers in 5 leeftijdscategorieën verdeeld. Per leeftijdscategorie wordt de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag voordragen, maar de leeftijdsopbouw moet binnen de uitwisselbare functies wel zo veel mogelijk gelijk blijven.
UWV controleert of de werkgever zich daarbij aan de regels houdt. Overigens kunnen in de cao andere regels zijn afgesproken. In dat geval toetst niet het UWV de ontslagaanvraag, maar een speciale cao-commissie.
Volgorde van toepassing afspiegelingsbeginsel
De volgorde waaraan de werkgever nu is gebonden bij het toepassen van het afspiegelingsbeginsel, ziet er als volgt uit:
Volgorde toepassen afspiegelingsbeginsel |
|
|
|
|
|