Hoewel de meeste werkgevers er helemaal niet op zaten te wachten, is de Werkkostenregeling (WKR) toch verplicht ingevoerd. De overheid was ervan overtuigd dat de regeling eenvoudiger zou zijn dan onkosten vergoeden aan werknemers. Uit de evaluatie van de WKR blijkt dat er nauwelijks voordelen zijn, maar er is nu vooral rust nodig en daarom worden slechts kleine aanpassingen gedaan.
Onderzoeksbureau Panteia heeft voor het ministerie van Financiën de werking van de Werkkostenregeling geëvalueerd. De WKR is het systeem voor de behandeling van vergoedingen en verstrekkingen in de loonbelasting. Het primaire doel van de invoering van de WKR was om de administratieve lasten voor werkgevers te verminderen. Maar dat doel is zeker niet gerealiseerd.
De evaluatie gaat in op de administratieve lasten, onlogische en complexe zaken, de toereikendheid van de vrije ruimte en de ervaringen met het noodzakelijkheidscriterium. Hoofdconclusie is, dat de WKR in essentie een goed idee was, maar dat het in de praktijk te complex is geworden.
Geen lastenverlichting door WKR
Een meerderheid van de werkgevers besteedt nog evenveel tijd aan verstrekkingen en vergoedingen als voor de invoering van de WKR. Zij die wel een verschil merken, geven vooral aan meer tijd kwijt te zijn, vooral bij het grootbedrijf. Ook de beoogde administratieve lastenverlichting wordt over het algemeen niet ervaren.
Werkgevers moeten voor de WKR zorgvuldiger administreren hoe ze omgaan met vergoedingen. Een positief gevolg hiervan is dat werkgevers en de Belastingdienst nu meer inzicht hebben in de vergoedingen en verstrekkingen.
Nu zoveel mogelijk rust nodig
Werkgevers zijn nu gebaat bij zoveel mogelijk rust rond de WKR. Daarom is er hooguit ruimte voor kleine aanpassingen. Het kabinet ziet kansen om met kleine aanpassingen de WKR op enkele punten te vereenvoudigen:
MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief