Nederlandse werkgevers willen de geplande evaluatie van de Wet werk en zekerheid niet afwachten. Ze vinden de wet contraproductief en de risico’s om mensen een vast contract aan te bieden te groot. Dat komt omdat het ontslagrecht ingewikkelder en duurder is geworden.

Dit blijkt uit een vorige week gehouden enquête van werkgeversvereniging AWVN. Eerder maakte MKB-Nederland al bezwaar tegen de werking van de Wet werk en zekerheid (Wwz) in de praktijk. De werkgevers willen de geplande evaluatie van de wet in 2020 niet afwachten, maar nu al maatregelen om de scherpe kanten van de Wwz af te halen.

Doelen van de wet niet gehaald
De Wwz werd ingevoerd met als globale doelstellingen om flexwerkers meer zekerheid te bieden en tegelijkertijd de door werkgevers gewenste flexibiliteit van de arbeidsmarkt vorm te geven. Die doelstellingen lijken volgens dit onderzoek niet te worden gehaald.

Gevraagd naar de kosten van ontslag, antwoordt 37 procent van de werkgevers dat die zijn gestegen, terwijl 24 procent het juist goedkoper vindt. De overige respondenten hadden nog geen ervaring met ontslag volgens de nieuwe wet of zagen geen verschil qua kosten.

Ontslag is moelijker geworden
Van de enquêtedeelnemers geeft 97 procent aan dat het ontslaan van mensen moeilijker is geworden. De wettelijke en praktische eisen – bijvoorbeeld rond personeelsdossiers - die uit de nieuwe wet volgen, blijken lastig en arbeidsintensief.

Daarnaast is een veelgehoorde klacht dat de verplicht te gebruiken formulieren van het UWV veel te uitgebreid en te ingewikkeld zijn.

Flexwerkers nu na 2 jaar al ontslagen
Een specifiek probleem betreft de zogenoemde ketenregeling. De maximale duur van een keten van flexcontracten is verkort van 3 naar 2 jaar. In de praktijk betekent dat dat flexwerkers eerder worden ontslagen.

De tussenpoos tussen twee ‘ketens’ (van flexcontracten) is verlengd van 3 naar 6 maanden, wat veel problemen oplevert voor seizoensarbeid. Werkenden die soms al jarenlang ieder jaar bij hetzelfde bedrijf een aantal maanden seizoensarbeid verrichten, mogen ineens niet meer in dienst worden genomen omdat het vorige seizoenswerk minder dan 6 maanden geleden is.

Politiek moet oplossing mogelijk maken
De uitkomsten van het onderzoek zijn gebruikt in een gesprek met de Tweede Kamer. AWVN beval de Kamer een aantal specifieke maatregelen aan, bijvoorbeeld het verkorten van de tussenpoos voor seizoensarbeid naar 3 maanden.

AWVN adviseerde ook om grondig onderzoek te doen naar verbeteringsmogelijkheden, maar om niet drastisch allerlei wetswijzigingen door te voeren vanwege de dan te verwachten nieuwe onzekerheid.

MIS NIKS MEER: Alle HR-tools en modellen bij elkaar