Op weg naar de top, verliezen vrouwen vaker leidinggevende functie

De weg naar een topfunctie, gaat niet altijd in een rechte lijn omhoog. Want vier van de tien managers maakt wel vaker mee dat ze –tijdelijk- een lagere functie moeten uitoefenen. Op dit punt is er geen verschil tussen mannen en vrouwen. Maar vrouwen komen dan vaker terecht op een inhoudelijke functie, zonder managementtaken. Het is goed mogelijk, dat vrouwen daardoor aansluiting verliezen op weg naar de topfuncties.

Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau naar de uitstroom van vrouwelijke en mannelijke leidinggevenden.

Weg naar boven kent ook tegenslag
Ruim 40% van de vrouwen en mannen in leidinggevende functies maakt een of meerdere keren in hun loopbaan een overgang naar een lagere functie mee. Hierin verschillen mannen en vrouwen niet. Vrouwelijke en mannelijke leidinggevenden zijn ook even tevreden over hun werk en hun doorgroeimogelijkheden.

Leidinggevenden stromen vooral uit naar een lagere positie als zij ontevreden zijn, maar dit speelt voor vrouwen geen grotere rol dan voor mannen. Ook stromen leidinggevenden in het bedrijfsleven vaker uit dan in de non-profitsector. Uitstroom is in dit onderzoek gedefinieerd als verandering naar een lagere functie (minder of geen ondergeschikten) of verlies van werk.

Kweekvijver voor vrouwen wordt kleiner
Vrouwelijke leidinggevenden die uitstromen komen veel vaker dan mannelijke leidinggevenden in een inhoudelijke (niet-leidinggevende) functie terecht. Twee jaar later blijkt ruim een derde van deze vrouwen en mannen opnieuw in een leidinggevende functie te werken. Een deel van de positieverslechtering wordt naderhand dus teruggedraaid.

Maar doordat eerder een groter deel van de vrouwelijke leidinggevenden terecht is gekomen in een niet-leidinggevende positie, blijven er per saldo minder vrouwen beschikbaar in de kweekvijver voor toekomstige topfuncties. Dit zou een van de oorzaken kunnen zijn voor het geringe aandeel van vrouwen in de top, vooral in het bedrijfsleven. Zo vervullen vrouwen 15% van de topfuncties in de 5000 grootste bedrijven, bij de Rijksoverheid is het aandeel vrouwen in de top 34%.

Minder vrouwen in topfuncties
De verschillen tussen vrouwen en mannen in topfuncties zijn veel groter dan in andere functies. De arbeidsparticipatie van Nederlandse vrouwen is in de afgelopen decennia steeds toegenomen. Wel heeft de groei van het aandeel werkende vrouwen vooral plaatsgevonden in deeltijdbanen. Dit is één van de verklaringen waarom vrouwen minder vaak naar management- en topfuncties doorstromen. Zulke functies kunnen volgens de helft van de werkgevers alleen voltijds worden gedaan, waarbij niet zeker is of dit in de praktijk ook zo is.

Toch hebben minder voltijdwerkende vrouwen dan mannen een managementfunctie. Dat geeft aan dat er ook andere factoren een rol spelen, zoals minder ambities van vrouwen en stereotype beoordelingen van vrouwen en mannen in doorstroombeslissingen van bedrijven. Dit onderzoek laat zien dat meer uitstroom van vrouwen naar niet-leidinggevende functies eveneens een rol speelt bij het geringe aandeel topvrouwen.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?