Contracting bespaart loonkosten, maar mag het?

Volgens de nieuwe uitzendcao krijgen uitzendkrachten hetzelfde loon als vaste krachten van het inlenende bedrijf. Vakbond FNV vreest nu dat werkgevers daar personeel ontslaan en vervolgens via contracting mensen inzetten die onder geen enkele cao vallen.

Vanaf 30 maart geldt de nieuwe uitzendcao die de FNV met de bond van uitzendbureaus ABU afsprak. Daarin krijgen uitzendkrachten het cao-loon van vaste krachten bij het bedrijf dat inleent. Omdat bedrijven de loonkosten zo laag mogelijk willen houden, vreest de vakbond dat bedrijven de cao gaan ontduiken en personeel inhuren via contracting-constructies. Dat blijkt uit het FNV-rapport Balletje-balletje op de arbeidsmarkt.

Niet zomaar een onderaannemer
Contracting is een variant op onderaannemen, dat bijvoorbeeld in de bouw heel gebruikelijk is. Dat is volkomen legaal en in de meeste gevallen vallen de werknemers van de onderaannemers gewoon onder een cao. Maar bij contracting ontslaat een bedrijf eerst zijn eigen werknemers die veelal onder een cao vallen. Vervolgens besteedt het (een deel van) de productie uit aan een contractor, vaak een dochter van een uitzendbureau.

Contractors spreiden hun activiteiten bewust over verschillende sectoren of doen volgens de FNV net alsof dat zo is. Hierdoor wordt de werkingssfeer van de cao omzeild en worden de daarin vastgelegde arbeidsvoorwaarden ontdoken.

Personeel krijgt minimale arbeidsvoorwaarden
Door deze constructie, vallen de werknemers niet meer onder de cao van de opdrachtgever en ook niet onder één van de uitzendcao’s. De contractor kan arbeidskrachten in dienst nemen tegen minimale arbeidsvoorwaarden zoals het minimumloon en het minimum aantal vakantiedagen. Zoals vaak aan de onderkant van de arbeidsmarkt, wordt dit werk dan in veel gevallen uitgevoerd door mensen die oorspronkelijk niet uit Nederland komen.

Buitenlandse werknemers verkeren vaak in een afhankelijkheidspositie van de contractor die daarvan eenvoudig misbruik kan maken. Het is immers de contractor die zaken als huisvesting, verzekeringen en reiskostenvergoeding regelt. Die kan het als drukmiddel ook weer net zo gemakkelijk stopzetten.

Ongewenste concurrentie op arbeidsvoorwaarden
De FNV schat in dat het aantal werknemers dat via de schijnconstructie contracting wordt ingezet inmiddels 7.000 bedraagt, ongeveer 1 procent van het totale aantal uitzendkrachten Nederland. De FNV vreest echter dat het aantal schijnconstructies zal toenemen en in 2020 70.000 werknemers zal betreffen.

FNV maakt zich grote zorgen  om deze ‘ongewenste concurrentie op arbeidsvoorwaarden, verdringing en onderbieding’. De flexkrachten in dienst van de contractor doen hetzelfde werk als de vaste werknemers of uitzendkrachten, maar dan voor minder loon en slechtere arbeidsvoorwaarden.

Uitzendbureaus gaan niet vrijuit
Hoewel de uitzendbureaus ook hun handtekening hebben gezet onder de nieuwe cao, benaderen ze volgens de FNV werkgevers met schijnconstructies als verdienmodel. FNV-voorzitter Ton Heerts vindt dat ‘werkgevers grenzeloos zijn met hun inventiviteit om de cao te ontduiken en daarmee verantwoordelijkheid af te schuiven’.

In het rapport beschrijft de FNV voorbeelden van bedrijven die contracting hebben geïntroduceerd. Meest in het oog springend is PostNL dat zijn pakketdiensten voor een groot deel heeft uitbesteed. Maar ook bedrijven in de vleesverwerkende industrie, agrarische sector, logistiek, en metaal en techniek maken gebruik van de constructie.

Arbeidsinspectie onderzoekt schijnconstructies
De FNV heeft in drie gevallen een onderzoek door de arbeidsinspectie laten instellen bij contractors of een rechtszaak aangespannen omdat sprake is van een schijnconstructie. In twee gevallen heeft de bond gelijk gekregen; de derde zaak loopt nog.

Met werkgevers wil de FNV graag afspraken maken welke activiteiten onder de cao vallen zodat contractingbedrijven ook onder de werkingssfeer van de cao komen te vallen. Als dit niet lukt, dan moet de regelgeving zodanig worden aangepast dat deze schijnconstructie niet meer mogelijk of lonend is, vindt de FNV.

VNO-NCW: contracting is geen ontduiking 
Volgens werkgeversorganisatie VNO-NCW is contracting ‘een legitieme handelwijze, die niet als ontduiking en ontwijking is aan te merken’. De werkgeversorganisatie zou het rapport van de FNV aanvankelijk in ontvangst nemen, meer heeft daar later toch van afgezien. FNV-voorzitter Ton Heerts vindt dat ‘VNO-NCW wegkijkt en zijn leden niet wil aanspreken’. Dat is volgens Heerts in strijd met de geest van het Sociaal Akkoord, waarin de sociale partners overeenkwamen dat zij schijnconstructies zouden aanpakken.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?