Laagopgeleiden hebben een slechtere positie op de arbeidsmarkt dan middelbaar en hoogopgeleiden. Ze zijn vaker werkloos en werken vaker in relatief laagbetaalde of onzekere banen. Ook is er meer armoede onder hen dan bij de gemiddelde werkende en werkzoekende.

Ruim twee miljoen werkenden en werkzoekenden in Nederland hebben een laag opleidingsniveau. Een flink deel van hen heeft het moeilijk op de arbeidsmarkt. Zo zijn ze anderhalf keer vaker werkloos dan gemiddeld. De verschillen tussen laag- en hoogopgeleiden zullen verder stijgen als de arbeidsmarkt zich net zo blijft ontwikkelen als de afgelopen jaren. Het uurloon tussen laag- en hooggeschoolden komt verder uit elkaar te liggen en er zal meer werkloosheid en armoede onder laaggeschoolden zijn. Geregeld steekt de zorg de kop op dat de situatie van laagopgeleiden in de nabije toekomst verder achteruit zal gaan. Dat staat in een gezamenlijk rapport van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waarin scenario's voor de arbeidsmarkt worden doorgerekend.  

Beide planbureaus gaan er in hun basisscenario van uit dat de vraag naar hoogopgeleiden sneller groeit dan het aantal mensen met een hoge opleiding.

Overheid heeft verschillende opties voor aanpak

Volgens de onderzoekers van CPB en SCP zijn er verschillende mogelijkheden voor de overheid om de groeiende verschillen te dempen. Zo kan de overheid laaggeschoolden aantrekkelijker maken voor werkgevers door het wettelijk minimumloon niet net zo snel te laten stijgen als de salarissen van hogeropgeleiden. De loonkosten die werkgevers naast het loon afdragen, kunnen worden verkleind voor werknemers die geen of een lage opleiding hebben gevolgd.

Verder zou de overheid lageropgeleiden kunnen stimuleren zich verder te scholen. Ook kan de overheid maatregelen nemen om te voorkomen dat hooggeschoolden taken voor laaggeschoolden doen.

 

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief