Meer mensen aan het werk, maar toch meer werklozen

De arbeidsmarkt verbetert en dat lokt meer mensen de arbeidsmarkt op. Helaas stijgt het aantal vacatures niet in gelijke tred mee, zodat de werkloosheid in januari weer licht steeg. Opvallend is dat de werkloosheid in ‘mannenberoepen’ sneller daalt dan in beroepen waar meer vrouwen werken.

Dit maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag bekend.

Het aantal mensen dat geen betaald werk had maar wel werk zocht is in januari met 2 duizend toegenomen ten opzichte van december 2014. Hiermee kwam het aantal werklozen uit op 645 duizend personen van 15 tot 75 jaar. Dat is 7,2 procent van de beroepsbevolking. Dat is relatief laag, want de werkloosheid in de Eurozone bedroeg in december namelijk 11,4 procent en in de Europese Unie als geheel 9,9 procent.

Ook meer mensen aan het werk
Goed nieuws is dat ook het aantal werkenden in januari is toegenomen. De afgelopen vier maanden zijn er meer mensen op zoek naar werk, maar niet iedereen vindt meteen een baan. Daardoor neemt het aantal werklozen toe.

Gemiddeld over de afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen met 4 duizend per maand toe. Maar in dezelfde periode groeide ook de werkzame beroepsbevolking, met gemiddeld 6 duizend per maand. Dat komt omdat jongeren zich weer vaker melden op de arbeidsmarkt en ouderen langer doorwerken.

1 miljoen mensen met een kleine baan
In 2014 waren er 8,2 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar met een baan van minimaal één uur per week. Van hen werkte 12 procent minder dan twaalf uur per week.

Meer dan de helft van de banen tot twaalf uur per week komen voor rekening van jongeren tot 25 jaar. Bij mensen van 25 tot 65 jaar komen kleine banen juist betrekkelijk weinig voor. Onder de 65-tot-75-jarigen is het aandeel met een kleine baan weliswaar relatief hoog, maar aangezien in deze leeftijdsgroep maar weinig mensen werken, gaat het vooralsnog om een beperkt aantal.

Meer werk in ‘mannenberoepen’
Vergeleken met januari 2014 nam het aantal WW-uitkeringen af tot 458 duizend. Het aantal WW-uitkeringen aan mannen daalde ten opzichte van een jaar eerder, terwijl dit aantal bij vrouwen steeg. Vooral in sectoren en beroepen waar veel mannen werken, zoals bouwnijverheid (-19 procent) en technische- en industriële beroepen (-7 procent), liep het aantal uitkeringen naar verhouding het sterkst terug.

Een relatief grote toename van het aantal uitkeringen registreerde het UWV juist vanuit de zorg- en welzijnssector (+14 procent), bij (para)medische beroepen (+7 procent) en verzorgende en dienstverlenende beroepen (+5 procent) waar veel vrouwen werkzaam zijn.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?